- 1 ei
- 500 ml melk
- 500 g bloem
- 1 zakje gedroogde gist
- 1 tl suiker
- 1 tl kaneel
- 1 tl zout
- frituurolie
- poedersuiker
- 1 citroen, schoongeboend
- 1 friszure appel (bijv. jonagold), geschild en in blokjes
- 100 g rozijnen
- 50 g krenten
- frituurpan
- ijsbolletjeslepel
Laat het ei en de melk op kamertemperatuur komen. Houd 1 el van de bloem apart. Doe voor het basisbeslag de rest van de bloem in een beslagkom en schep de gist, suiker, kaneel en 1 tl zout erdoor. Klop het ei los. Maak in het midden van de bloem een kuiltje en schenk het losgeklopte ei erin. Schenk al roerend met een houten lepel of kloppend met een mixer de melk erbij. Blijf roeren of kloppen tot een glad beslag ontstaat. Dek de kom af met vershoudfolie en laat het oliebollenbeslag op een warme, tochtvrije plaats 1 uur rijzen, tot het volume verdubbeld is.
Rasp voor de vulling de gele schil van de citroen en pers de vrucht uit. Besprenkel de blokjes appel in een kom met citroensap en schud ze om met het citroenrasp, de rozijnen, krenten en 1 el bloem. Roer de vulling door het beslag en laat rijzen (zie hierboven).
Verhit in een frituurpan de olie tot 175 °C. Doop de ijsbolletjestang in de hete olie en schep uit het gerezen beslag een bolletje. Laat het bolletje in de hete frituurolie glijden door de tang boven de olie in te knijpen. Frituur 4-5 oliebollen tegelijk in ca. 5 min. goudbruin en gaar. Keer de oliebollen halverwege de baktijd, als ze dat niet vanzelf doen. Neem de bollen met een schuimspaan uit de olie en laat ze in een met keukenpapier bekleed vergiet uitlekken. Laat de frituurolie eerst weer op juiste temperatuur komen, alvorens de volgende serie oliebollen te bakken. Leg de oliebollen op een schaal en bestrooi ze royaal met poedersuiker.